Originele wandelingen in België

wandelen over onverharde wegen en paden

WANDELTIPS

UITRUSTING

Kledij

Het belangrijkste is om goede schoenen te dragen. In elk geval moet de schoen waterdicht zijn en de enkels bescherming bieden. Hou bij het passen van schoenen rekening met het feit dat voeten kunnen zwellen en dat er dikkere wandelsokken moeten in kunnen gedragen worden. Dikwijls raadt men aan om bij het passen ruimte te laten voor een vinger achterin de schoen. Ga nooit op stap met nieuwe schoenen maar stap ze eerst in door korte draagperiodes. Professionele wandelschoenen worden onderverdeeld in verschillende categorieën. Geschikt voor het zwaardere werk op Belgisch terrein zijn de categorieën B/C. Een wandelschoen lijdt onder droogte en blijft zonder onderhoud niet waterdicht. Schoenen worden het beste zo vlug mogelijk na een tocht met water en zachte borstel schoongemaakt. Daarnaast moeten ze op regelmatige basis behandeld worden met een product dat de waterbestendigheid garandeert.
Goede sokken helpen om blaarvorming te vermijden. Wollen sokken met versteviging aan de hiel doen het uitstekend. Eventueel kunnen onder de dikke sokken nog lichte zweetdoorlatende sokken gedragen worden, een extra bescherming tegen blaren.
Ondanks het gematigd Belgisch klimaat, moet de wandelaar in elk seizoen rekening houden met de mogelijkheid van hevige regens en onverwachte weersveranderingen. Een regenjas, het liefst ademend, hoort dan ook in alle omstandigheden bij de uitrusting. Een lange poncho is waarschijnlijk het meest efficiënt bij onophoudende regen of hevige stortbuien. Een bovenkleding in verschillende lagen laat toe om snel te reageren wanneer het te warm of te koud wordt. Draag een stevigebroek die niet bij het minste contact met bramen of struiken scheurt. De broek heeft altijd lange pijpen en de bovenkleding lange mouwen: met het gevaar op ziektes overgedragen door teken moet rekening gehouden worden. Uiteraard kunnen in de winter handschoenen, sjaal en muts dienst doen.

Rugzak

Een rugzak met een inhoud van 40 liter volstaat voor onze dagwandelingen. Verschillende compartimenten en opbergzakjes houden de inhoud overzichtelijk. Handig is een rugzak met beschermende hoes tegen de regen. Gesp de rugzak steeds stevig vast aan heup en borst.

Oriëntering

De GPS is niet meer weg te denken uit de hedendaagse navigatie. De route of waypoints kunnen met behulp van een pc en aangepaste software geladen worden in de GPS en het toestel toont je dan de weg tijdens de wandeling. Batterijen kunnen echter leeg raken en een bladerdek kan de communicatie tussen GPS en satellieten ernstig verstoren. Het is dan ook onontbeerlijk om een topografische kaart van het wandelgebied bij te hebben en te kunnen lezen. Een geplastificeerde kaartenhouder houdt je kaart onderweg droog. Een traditioneel kompas doet nog steeds dienst om het noorden niet te verliezen.

Allerlei

Een fototoestel en een verrekijker laten toe de omgeving vast te leggen en te bekijken. Een hoofddeksel, zonnecrème en een insectenwerend middel zijn nodig bij warm weer. Een ontsmettingsmiddel kan dienst doen bij kleine ongelukken. Een zakmes kan altijd wel eens van pas komen. Verder helpt een zakje of doosje om alle afval op te bergen. Met een plastieken hoes of zak kan je zelfs bij natte of vuile ondergrond een zitplaatsje creëren.

VOORBEREIDING

Parcours

Voor je vertrek lees je uiteraard de inleiding bij de wandeling en de beschrijving volledig door. Op die manier krijg je een idee van de moeilijkheidsgraad en de eventuele moeilijke punten. Het is aan te raden om het parcours van de wandeling vooraf in potlood over te brengen op een topografische kaart. Bestudeer de aard van de te volgen wegen en het terrein (rivieren, oriëntatiepunten, hellingen, bossen en velden). Voorzie genoeg tijd voor een wandeling. Bij het schatten van de duur van een wandeling wordt dikwijls een gemiddelde snelheid van 4 kilometer per uur gebruikt. Daar moet je tijd bij rekenen voor pauzes en voor het eventueel zoeken van de juiste weg. Het zoeken naar paadjes en het nemen van hindernissen halen het wandeltempo ernstig naar beneden. Op sommige van deze avontuurlijke wandelingen zal je gemiddeld niet sneller dan 2 kilometer per uur halen en hier dien je in de planning uiteraard rekening mee te houden. Voorzie nog bijkomende tijd voor pauzes.
De topografische kaarten van België behoren tot de beste van de wereld en zijn tegenwoordig verkrijgbaar in verschillende klassieke en electronische vormen. Topografische kaarten van België zijn verkrijgbaar bij het Nationaal Geografisch Instituut van België. Bij elke wandeling in België op deze site wordt vermeld welk kaartblad van toepassing is. De schalen 1:20.000 en 1:50.000 kunnen gebruikt worden. De bladen op schaal 1:20.000 hebben het voordeel dat ze nog meer informatie bevatten maar hebben het nadeel dat ze vlugger gedateerd raken. Het tracé van een wandeling kan in potlood overgezet worden op een meer gedetailleerde kaart.
Ondertussen zijn alle topografische kaarten gedigitaliseerd. Het NGI verkoopt deze informatie op cd-rom en dvd, waarmee kaarten op de computer kunnen bewerkt en afgedrukt worden voor persoonlijk gebruik. De topografische zijn ook online te raadplegen op de website van het NGI via de toepassing topomap viewer.

Streek

Het is verrijkend wat informatie op te zoeken over de streek waar je gaat wandelen. Gemeentelijke websites geven dikwijls nuttige toeristische informatie. Wandelgidsen en toeristische gidsen zijn massaal verkrijgbaar in alle bibliotheken en boekhandels.

Eten en drinken

Het is niet alleen aangenaam maar ook essentieel om voor onderweg de nodige voeding bij te hebben. Het is aangeraden om regelmatig kleine hoeveelheden te drinken en te eten. Voorzie in ruime mate water. Geraffineerde suikers en energiedrinks bevatten vooral snelle koolhydraten die minder energie leveren en je in een dipje kunnen brengen. Graanrepen, droge koekjes en noten bevatten trage koolhydraten en zijn continue, langdurige energieleveranciers. Deze worden best regelmatig gebruikt tijdens de tocht. Bananen zijn uniek omdat ze zowel trage als snelle koolhydraten leveren. Vermijd bij de lunch onderweg overdreven gezouten voedsel. Als je op de wandeling een winkeltje, gezellig café of terras tegenkomt is dit uiteraard onweerstaanbaar. Neem echter altijd zelf voldoende bevoorrading mee.

ONDERWEG

Stappen

Begin rustig aan een wandeling en bouw gaandeweg op naar een stevig tempo zonder buiten adem te raken. Zoek naar een aangepaste snelheid voor jezelf. Uiteraard zal je die snelheid aanpassen aan het terrein: bij stevig stijgen vertraag je om te vermijden dat je uitgeput boven raakt en bij stevig dalen vertraag je om niet uit te glijden en om de gewrichten niet te overbelasten. Probeer elk uur een kleine pauze in te lassen. In de winter zal je natuurlijk genoodzaakt zijn om deze pauze extra kort te houden. Voorzie de grotere lunchpauze wanneer je over de helft van de wandeling gekomen bent. Volg voortdurend de beschrijving en vergewis je steeds op de topografische kaart van de exacte plaats waar je je bevindt. Probeer elke splitsing en bij elke zijweg of zijpad, hoe klein ook, te lokaliseren op de topografische kaart.

Gedragsregels

Laat in de natuur niets dan je voetstappen achter, zelfs niet de kleinste verpakking of het kleinste papiertje. Voorzie een zak om al je afval in op te bergen en mee naar huis te nemen. In deze zak kan je ook wat afval meenemen dat door anderen achtergelaten of weggegooid werd. Maak geen lawaai in de natuur. Pluk geen planten of bloemen. Laat alle dieren met rust. Respecteer verbodsborden en privé-eigendommen. Wees hoffelijk tegenover iedereen die je onderweg tegenkomt. Biedt de gelegenheid zich aan, consumeer of koop dan iets in een lokale winkel of herberg. Hou je hond steeds aan de leiband. Soms loopt een pad over of langs akkers: respecteer de broodwinning van de landbouwer en spaar de gewassen.

Genieten

Een landschap, een mooie weg of pad, een voetgangersdoorgang in een weide, een helder beekje, een ontmoeting met een wild dier, de stilte, de rust, een boer op het werk op zijn veld, een wolkenhemel, de zachte regen, een gesprekje met een oud vrouwtje op een bank, een gezellig dorpscafé... ontelbaar veel eenvoudige aanleidingen tijdens een wandeling om te genieten.

GEVAREN

Verloren lopen

De beschrijving van een wandeling kan je soms in de war brengen doordat de situatie op het terrein wijzigt: bossen kunnen gekapt zijn, een smal pad kan een brede weg geworden zijn en omgekeerd, een jonge aanplant kan een bos geworden zijn, een pad kan dichtgegroeid zijn, nieuwe wegen kunnen ontstaan zijn. Al is de beschrijving nog zo nauwkeurig, al let je nog zo goed op, soms kan je toch verkeerd lopen. Enkele grotere wouden in ons land zijn groot genoeg om er echt in te verdwalen. Zelfs in een kleiner bos kan je zonder het te weten in rondjes lopen. Als je merkt verkeerd gelopen te zijn, is de eerste richtlijn om rustig te blijven. Loop terug tot op het vorige punt waar je met zekerheid nog op het juiste pad was. Als je regelmatig de kaart in het oog houdt, kan dat vorige punt niet zo ver zijn. Evalueer aandachtig de relatie tussen het te volgen traject op de topografische kaart en de reële situatie. Wanneer je echt in de problemen raakt, kan je een vaste windrichting kiezen en met je kompas constant die richting uitlopen tot bij een herkenbaar punt in open land dat je ondubbelzinnig op de kaart kan identificeren (een weg, een dorp,...). Bij mooi weer kan de zon aan de hemel helpen bij het volgen van een vaste richting. Een beek stroomafwaarts volgen is soms een goed idee: met zekerheid kom je na een tijd bij een grotere rivier en in de bewoonde wereld.

Hitte- en zonneslag

Het spreekt voor zich dat je in de zomer voorzorgsmaatregelen moet nemen om een zonne- of hitteslag te vermijden. Zonnecrème en een hoofddeksel behoren in de zomer dan ook tot de vaste uitrusting. Bij warm weer is het belangrijk om minstens twee liter water per persoon mee te nemen op de wandeling: het gevaar op uitdroging op een lange wandeling is niet denkbeeldig.

Verkeer

Op een wandeling in ons land kunnen wegen met gemotoriseerd verkeer onmogelijk vermeden worden. Het is op wegen met verkeer altijd goed uitkijken voor auto's en moto's die soms gevaarlijk snel rijden. Gebruik zoveel mogelijk de onverharde wegbermen langs de kant van de weg.

Jacht

Naast de vos en ander klein wild, die in België algemeen voorkomen, zit in de bossen in Wallonië veel groot wild: reeën, everzwijnen, herten (vooral in de buurt van de grotere wouden) en hier en daar zelfs mouflons. Of je nu voor of tegen bent, de jacht vertegenwoordigt een niet te verwaarlozen economische macht, de jacht is wettelijk toegelaten en gereglementeerd en het bos is het actieterrein van de jagers. Voor de veiligheid en voor een goede verstandhouding is het belangrijk dat jagers en andere recreanten met elkaar rekening houden. Hierna volgen enkele raadgevingen voor wandelaars om problemen met jagers in Wallonië te vermijden.
Klim niet op hoogzitten of op torens van de jagers en laat voederplaatsen voor het wild ongestoord. Van augustus tot het einde van het jaar vinden loerjachten plaats. Bij dit soort jacht stelt de jager zich verdekt op en probeert het wild te beloeren en te schieten. De loerjachten moeten bij alle toegangswegen tot het bos aangekondigd worden met officiële gele borden van de Waalse overheid. Als wandelaar zal je normaal gesproken weinig hinder ondervinden van de loerjacht omdat deze bij zonsopgang of bij zonsondergang plaatsvindt. Anders gaat het eraan toe bij de klopjachten ('battues') die tussen oktober en januari plaatsvinden. Bij een klopjacht wordt het wild opgejaagd door drijvers die in linie dwars door het bos trekken, het wild vlucht en loopt de met geweer opgestelde jagers tegemoet. Een klopjacht dient bij alle toegangen tot het bos aangekondigd te zijn aan de hand van officiële rode borden van de Waalse overheid. Het mag duidelijk zijn dat bij een klopjacht het volledige bos ingepalmd wordt door de jagers en absoluut verboden terrein is voor wandelaars. Herfst en winter zijn prachtig om te wandelen in Wallonië, maar bij de planning van een wandeling moet je met deze klopjachten rekening houden. Het verdient dan absoluut aanbeveling om verschillende dagen of weken op voorhand informatie op te vragen over de jachten in het gebied waar je wil gaan wandelen. Het gevaar is immers reëel dat je bij de ingang van een bos rechtsomkeer moet maken. Steeds meer gemeenten plaatsen de volledige informatie over klopjachten op hun gebied bij de toeristische informatie op de gemeentelijke website. Dikwijls kan je via e-mail bij de gemeente de kalender van de klopjachten verkrijgen als je erom vraagt. Desnoods kan je de verantwoordelijke bij het Département Nature et Forets van de Waalse overheid van het kanton waar je wil gaan wandelen de informatie vragen.

LASTIGE BEESTJES

Grote dieren

Uitzonderlijk kan een opspringend woest everzwijn in de Ardense bossen je lelijk laten schrikken. Vooral de zeug kan aanvallen als ze in jou een bedreiging voor haar jongen ziet. Het is dus belangrijk om uit de buurt van deze frislingen te blijven.
Loslopende honden zijn soms erg lastig. Probeer je in elk geval kordaat tegen het dier op te stellen en vlucht niet angstig weg. Dikwijls word je vriendjes als je met het dier communiceert, maar niet iedereen heeft hiervoor de nodige ervaring met honden. Met een stok kan je een hond op afstand houden. Desnoods, als een hond je bedreigt en zeer dichtbij komt, kan je met kleine steentjes of zand gooien. Er is een apparaatje op de markt, een 'Dazzer', dat met zeer scherpe en hoge tonen een hond afschrikt. Ontmoetingen met honden kunnen ook aangenaam zijn. Verschillende keren vonden wij in een wildvreemde en loslopende hond een wandelgenoot die ons kilometers lang vergezelde.

Vossenlintworm

De vossenlintworm is een kleine lintworm die voorkomt in de dunne darm van de vos. De vos kan soms drager van deze parasiet zijn, net zoals alle wildlevende knaagdieren. In de Ardennen zijn er gebieden bekend waar tot 33 % van alle vossen drager kan zijn van de vossenlintworm. In de ontlasting van een besmette vos komen stukjes lintworm met eitjes voor. Opname van lintwormeitjes kan leiden tot Alveolaire echinococcose, een zeldzame maar bijzonder gevaarlijke ziekte die zonder behandeling in de meeste gevallen de dood tot gevolg heeft. Pluk geen bosvruchten en bessen die lager dan 1 meter boven de grond hangen. De aanraking van levende of dode vossen moet absoluut vermeden worden.

Teken

Teken worden mee rondgedragen door hun gastdieren. Bijna overal waar die dieren komen, en zeker in een plantenrijke omgeving met hoog gras, struiken en een rijke onderbegroeiing, vindt men dus ook teken. De ziekte van Lyme is een ernstige maar goed behandelbare ziekte die wordt overgedragen door teken. Niet alle teken zijn drager van de bacterie die verantwoordelijk is voor de ziekte van Lyme, maar in sommige streken (bv. in de provincie Namen) zijn wel bijna alle teken drager. Om besmetting te voorkomen, wordt meestal aangeraden om de huid te beschermen met lange mouwen, lange broekspijpen en gesloten schoenen. Daarnaast is het aan te raden om op de paden te blijven en niet door struiken en planten te kruipen waarop misschien teken zitten te wachten op een gastheer. Indien men gebeten wordt door een besmette teek, duurt het minstens 12 uur voor de ziektekiem kan overgedragen worden. Het is dus een goed idee om na het wandelen het hele lichaam zorgvuldig te controleren op de aanwezigheid van teken. Hou er rekening mee dat teken op het lichaam dikwijls hun weg zoeken naar onverwachte plaatsen en holtes. Wordt een teek gevonden, dan moet die zo snel mogelijk verwijderd worden. Dit kan met een pincet of met de vingers, en er worden ook speciale verwijdersets voor teken verkocht. Wees de dagen na het verwijderen aandachtig voor mogelijke symptomen. Verschijnt er een rode ring rond de bijtplaats of word je ziek, raadpleeg dan een arts.

HINDERNISSEN

Rivieren doorwaden

Bij enkele van de avontuurlijke wandelingen op deze website moet een rivier doorgewaad worden. Deze plaatsen werden zorgvuldig uitgekozen en meestal komt het water niet hoger dan je middel, maar voor de veiligheid en het comfort kunnen de volgende tips toch van belang zijn. Wandelstokken helpen om je evenwicht te bewaren tijdens een oversteek en om de diepte van het water af te tasten. Berg je belangrijke spullen op in een waterdichte zak zodat deze zeker droog blijven. Uiteraard doe je minstens je schoenen en sokken uit om door het water te gaan, je schoenen kan je met de veters aan elkaar binden en rond je nek dragen. Plastic sandalen die je kan vastgespen beschermen je voeten tegen scherpe stenen op de bodem. Denk ook aan een handdoek. Het spreekt voor zich dat na periodes van hevige regenval en tijdens de winter deze wandelingen onmogelijk worden omdat het water dan te diep of te koud is.

Rotsen

Slechts bij enkele gelegenheden raden we je aan om enkele meters op de rotsen te klimmen. Deze passages vereisen wat voorzichtigheid maar geen klimervaring en ze zijn altijd facultatief. Als je toch een rotsje beklimt, hou er dan rekening mee dat je nog naar beneden moet en dat afdalen altijd moeilijker is dan omhoog gaan. In elk geval zijn hoge rotsen geen plaats om je te bevinden bij onweer.

Overwoekerde paden

Op enkele wandelingen loop je een kort eind over een pad dat dichtgegroeid is. Netels en doornige struiken kunnen hier voor ernstige problemen zorgen. Met een hakmes kan je de grootste opstakels uit de weg helpen.

WANDELEN MET KINDEREN

Keuze van de wandeling

Opgroeiende kinderen die goed te been zijn snoepen in het algemeen van een avontuurlijke wandeling en hebben minder last met steile hellingen dan volwassenen. Ze kruipen gezwind over en onder omgevallen bomen en houden van geaccidenteerde paden. Kies bij voorkeur een wandeling met afwisseling die sportieve elementen bevat, zodat de kinderen zich niet gaan vervelen onderweg.
Kinderen moeten niet onderschat worden en kunnen mee op een moeilijkere wandeling maar het spreekt vanzelf dat we er alles moeten aan doen om te vermijden dat kinderen gevaar lopen of uitgeput geraken op een wandeling. Het grootste gevaar met kinderen schuilt in passages langs afgronden. Hier hou je kinderen nauwlettend in het oog en best nog aan de hand. Eventueel kan je een kind beveiligen met een touw, in winkels met klimuitrusting kan men hiervoor materiaal kopen en instructies krijgen. Wat een geschikte lengte is voor een wandeling hangt af van wat de kinderen gewend zijn. Begin met kleine afstanden, misschien kan je een wandeling inkorten of er slechts een deel van lopen en voor vervoer naar het vertrekpunt zorgen.

Onderweg

Voorzie voldoende tijd voor de wandeling en laat de kinderen onderweg de tijd om te spelen en te klauteren. Neem een fijne picknick, voldoende drank en wat koekjes mee voor onderweg. Dikwijls worden kinderen graag betrokken bij het parcours, laat hen de beschrijving meevolgen, betrek ze in het zoeken van de weg en in het kaartlezen. Vermijd verkeerd lopen, kinderen raken hierdoor snel ontmoedigd. Verken de wandeling dan ook bij voorkeur op voorhand.